Kan en mag ik motorrijden met een korte arm?

Ja, dat kan en mag volgens de wet. Je moet wel de procedure van het CBR volgen en je moet de motor veilig kunnen besturen. Meestal heb je daarvoor een prothese of orthese nodig en soms is ook aanpassing van de motor nodig.

Stap 1: beoordeling rijgeschiktheid door CBR

De bestuurder van een motor is verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid en die van de andere weggebruikers. De bestuurder moet daarom volgens de wet ‘rijgeschikt’ zijn. Dat wil zeggen: geestelijk en lichamelijk in staat om veilig te rijden. Het halen van je rijbewijs begint dan ook met de beoordeling van je rijgeschiktheid door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)  linkicon.

Wettelijke voorwaarden veilig motorrijden met een korte arm

De juridische eisen zijn gelijk aan die van een valide bestuurder en zijn te vinden in de Regeling Eisen 2000  linkicon.

De belangrijkste voorwaarden volgens het CBR:

  • De korte arm moet met behulp van een prothese of orthese goed aan het stuur kunnen trekken en duwen (de krachten moeten aan beide zijden gelijkwaardig zijn).
  • De prothese of orthese moet in geval van nood losklikken (net als een skibinding of een pedaal van een racefiets).
  • De andere hand en arm moeten volledig functioneren en voldoende kracht hebben. Deze worden namelijk zwaarder belast dan normaal omdat zij bepaalde functies over moeten nemen.
  • Het is ook belangrijk dat beide benen het gewicht van de motor kunnen opvangen als je stilstaat.